Duurzaamheidsklasse

Duurzaamheidsklasse hout (1 t/m 5) uitgelegd

De duurzaamheidsklasse van hout geeft aan hoe goed onbehandeld hout bestand is tegen aantasting door schimmels en andere organismen, en daarmee hoe lang het hout gemiddeld meegaat onder ongunstige omstandigheden. Hout wordt ingedeeld in vijf klassen volgens de Europese norm EN-350:2016. Klasse 1 staat voor zeer duurzaam hout (hoogste natuurlijke weerstand) en klasse 5 voor niet-duurzaam hout (laagste weerstand). Met deze indeling kun je bij het kiezen van hout in één oogopslag zien welke houtsoorten van nature het langst meegaan in bijvoorbeeld een vochtige omgeving of direct contact met de grond. Hieronder leggen we de duurzaamheidsklassen 1 t/m 5 duidelijk uit, met voorbeelden van houtsoorten per klasse en hun verwachte levensduur in de praktijk.

Bepaling van de duurzaamheidsklasse (EN-350:2016)

De duurzaamheidsklasse wordt bepaald aan de hand van gestandaardiseerde proefopstellingen waarin hout blootgesteld wordt aan bevorderlijke omstandigheden voor houtrot. In het verleden werd hiervoor de zogeheten kerkhofproef gebruikt: men plaatste houten staken gedeeltelijk in vochtige grond en controleerde jaarlijks de aantasting door er met een hamer tegen te slaan. Wanneer een staak brak door rot, werd de proef beëindigd. Op basis van de gemiddelde tijd tot breuk konden houtsoorten worden ingedeeld in klassen. Tegenwoordig beschrijft Europese norm EN-350:2016 de testmethoden en classificatie voor de natuurlijke duurzaamheid van hout. Hierbij wordt onbehandeld kernhout van verschillende soorten onder gecontroleerde, vochtige omstandigheden in contact met de grond gebracht en wordt gemeten hoe lang het duurt voordat het hout door schimmels is aangetast. Hoe langer het hout intact blijft, des te hoger (duurzamer) de klasse. Kernhout van elke houtsoort wordt getest, aangezien het spinthout (buitenste jonge houtlagen) bij vrijwel alle soorten veel minder duurzaam is en doorgaans buiten beschouwing wordt gelaten.

Overzicht van duurzaamheidsklassen 1 t/m 5

Onderstaande klassen geven de natuurlijke duurzaamheid van hout aan in volgorde van hoog naar laag. De geschatte levensduren gelden voor onbehandeld hout bij direct contact met de grond of blootstelling aan weer en wind. In praktijk kan hout dat niet in contact staat met de grond en goed geventileerd is, nog langer meegaan dan de hier genoemde perioden.

Duurzaamheidsklasse 1 - zeer duurzaam

  • Geschatte levensduur: 25 jaar of langer (bij blootstelling of grondcontact). Hout in deze klasse is uitzonderlijk goed bestand tegen houtrot en schimmelaantasting.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Angelim vermelho, Azobe, Ipe, Padouk, Cumaru, Massaranduba, Louro preto, Afrormosia Ook sommige gemodificeerde houtproducten kunnen deze klasse bereiken.

Duurzaamheidsklasse 2 - Duurzaam

  • Geschatte levensduur: circa 15 tot 25 jaar in contact met de grond of blootgesteld aan weer en wind
  • Voorbeelden van houtsoorten: Thermo Grenen, Eiken.

Duurzaamheidsklasse 3 - Matig duurzaam

  • Geschatte levensduur: ongeveer 10 tot 15 jaar bij buitengebruik in contact met de grond of blootstelling aan vocht
  • Voorbeelden van houtsoorten: Douglas, Siberisch lariks

Duurzaamheidsklasse 4 - Weinig duurzaam

  • Geschatte levensduur: circa 5 tot 10 jaar bij contact met de grond of voortdurende blootstelling.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Vuren

Duurzaamheidsklasse 5 - Niet duurzaam

  • Geschatte levensduur: 5 jaar of korter, met name bij direct grondcontact of blootstelling aan de elementen.
  • Voorbeelden van houtsoorten: Berken, Populier en onbehandeld Beuken vallen in de minst duurzame klasse. Deze houtsoorten zijn zeer gevoelig voor houtrot en worden voor buitengebruik eigenlijk alleen geschikt na een verduurzamingsbehandeling (zoals thermische modificatie of drukimpregnatie), of ze moeten beperkt blijven tot droge binnen toepassingen.

(Bovenstaande voorbeelden zijn gebaseerd op de natuurlijke duurzaamheid van het kernhout. Bij sapwood/spinthout van elke soort geldt doorgaans duurzaamheidsklasse 5.)

Factoren die de levensduur van hout beïnvloeden

De duurzaamheidsklasse geeft een indicatie van de natuurlijke weerstand van hout, maar de daadwerkelijke levensduur van houten constructies hangt ook sterk af van omgevingsfactoren en toepassing. Door op de volgende punten te letten, kun je de levensduur van hout aanzienlijk verlengen, ongeacht de duurzaamheidsklasse:

Juiste montage & ontwerp: Een doordachte constructie en detaillering voorkomt onnodige houtrot. Zorg dat hout niet onnodig vocht vasthoudt: vermijd plekken waar water kan blijven staan en vermijd direct contact met de grond, behalve bij de meest duurzame houtsoorten (klasse 1). Gebruik bij buitenprojecten bij voorkeur houten palen op een betonnen voet of regel, of pas beschermende maatregelen toe, zodat het hout minder blootstaat aan constante vochtbelasting.

Goede ventilatie: Hout gaat veel langer mee als het de kans krijgt om te drogen na een regenbui. Schimmels die hout aantasten, kunnen namelijk alleen groeien in vochtig hout. Zorg daarom voor voldoende luchtcirculatie rondom het hout en voor constructies die ademen. Bijvoorbeeld, laat bij gevelbekleding een ventilatiespouw achter en plaats vlonderplanken niet te dicht op elkaar. Ventilatie is cruciaal om het hout droog te houden en schimmelgroei te voorkomen.

Onderhoud en reiniging: Regelmatig onderhoud draagt direct bij aan een langere levensduur. Verwijder tijdig bladeren, aarde en mos van houten vlonders, terrassen of gevels, zodat deze geen vocht vasthouden tegen het hout. Controleer jaarlijks de constructie op beginnende aantasting of schimmelvorming. Indien gewenst kun je het houtoppervlak behandelen met een passende olie, beits of verf voor extra bescherming tegen vocht en UV-straling, dit is niet altijd noodzakelijk, maar kan vooral bij minder duurzame houtsoorten de levensduur verlengen.

Thermische modificatie: hout verduurzamen met hitte

Naast bovengenoemde praktische maatregelen is er ook een technologische manier om de natuurlijke duurzaamheid van hout te verbeteren: thermische modificatie. Dit is een proces waarbij hout middels een combinatie van warmte (hoge temperatuur) en stoom of stikstof wordt gebakken zonder toevoeging van chemicaliën. Door deze behandelmethode verandert de chemische structuur van het hout: suikers en voedingsstoffen in het hout (waar schimmels dol op zijn) worden afgebroken of omgezet, en het hout neemt minder vocht op. Het resultaat is duurzamer hout met een hogere duurzaamheidsklasse dan voorheen. Thermisch gemodificeerd hout wordt dan ook wel verduurzaamd hout genoemd, omdat het qua duurzaamheid kan concurreren met veel tropische hardhoutsoorten. Vooral mindere duurzame naaldhoutsoorten uit klasse 4-5 kunnen spectaculair verbeteren door thermische modificatie. Zachte houtsoorten kunnen door deze behandeling bijvoorbeeld van duurzaamheidsklasse 5 naar klasse 2 gaan, in sommige gevallen zelfs richting klasse 1. Een goed voorbeeld is ThermoWood, zoals thermisch gemodificeerd Grenen of Fraké, dat dankzij het modificatieproces een levensduur bereikt vergelijkbaar met duurzaamheidsklasse 1-2 hout (15-25 jaar of langer bij buitengebruik).

Let op dat thermische modificatie weliswaar de weerstand tegen schimmels en rot sterk verhoogt, maar de mechanische eigenschappen van hout (zoals buigzaamheid) enigszins kan verminderen. Thermohout is daarnaast doorgaans vormvast en minder vatbaar voor vochtwerking, wat een bijkomend voordeel is. Kortom, thermische modificatie is een effectieve manier om hout uit lagere klassen geschikt te maken voor duurzaam buitengebruik, zonder resort te nemen tot chemische impregnering. Om meer te weten te komen over thermisch modificeren kun je onze andere blog lezen: Wat is thermisch gemodificeerd hout?

Slijtvastheid van hout

Slijtvastheid duidt op de weerstand van hout tegen slijtage, krassen en de mechanische belasting van het oppervlak. Dit is een aparte eigenschap die losstaat van de duurzaamheidsklasse. Een houtsoort kan bijvoorbeeld zeer duurzaam zijn tegen rot (klasse 1 of 2), maar toch relatief zacht van structuur en dus minder slijtvast zijn (denk aan Thermo Ayous, dat duurzaam maar zacht is). Er bestaan geen gestandaardiseerde klassen of regels voor slijtvastheid van hout. Bij het bepalen van de geschiktheid van hout voor toepassingen met veel loopverkeer of fysiek contact (zoals vloeren, loopdekken of terrasvlonders) moet daarom de hardheid en dichtheid van het hout worden meegenomen. Over het algemeen geldt dat hardhoutsoorten met een hoge volumieke massa slijtvaster zijn dan lichter, zacht hout. In de praktijk beoordelen architecten, constructeurs en gebruikers de slijtvastheid op basis van ervaring en het beoogde gebruiksdoel van het hout. (Tip: Raadpleeg bij twijfel de Janka-hardheid of andere indicatoren van houtsoorten om te bepalen of een houtsoort geschikt is voor je specifieke toepassing qua slijtvastheid.)

Brandwerendheid van hout

De brandwerendheid (brandreactie of brandklasse) van hout staat volledig los van de natuurlijke duurzaamheidsklasse. Natuurlijke duurzaamheid heeft betrekking op biologische aantasting, terwijl brandwerendheid gaat over hoe goed of lang een materiaal brand kan weerstaan. Voor buitenhout (externe toepassingen) spelen brandwerendheidseisen in de regel geen rol van betekenis. Bij binnen toepassingen daarentegen, denk aan dragende houten constructies of binnenwanden, zijn er wel wettelijke eisen en normen op het gebied van brandveiligheid. In Nederland zijn deze vastgelegd in het Bouwbesluit en Europese brandklasse-indelingen (bijvoorbeeld klasse B, C, D voor materialen). Zo kan voor bepaalde projecten geëist worden dat houtconstructies een brandvertragende behandeling krijgen of dat een minimaal brandklasse-niveau wordt behaald. Deze eisen hebben echter geen verband met de duurzaamheidsklasse van het hout. Het is dus goed om bij het ontwerpen van een gebouw of object zowel met de juiste duurzaamheidsklasse én de benodigde brandveiligheid rekening te houden, maar ze als aparte criteria te beschouwen.

Conclusie

Duurzaamheidsklasse hout is een essentiële indicator bij het kiezen van de juiste houtsoort voor jouw project. Het vertelt je hoe lang een bepaalde houtsoort ongeveer mee kan gaan onder bepaalde omstandigheden, variërend van zeer duurzaam (klasse 1) tot niet duurzaam (klasse 5). Houd er rekening mee dat deze klassen uitgaan van onbehandeld kernhout in contact met de grond of weersinvloeden. In de praktijk kun je de levensduur verder optimaliseren door doordachte montage, voldoende ventilatie en regelmatig onderhoud. Daarnaast biedt thermische modificatie de mogelijkheid om minder duurzame houtsoorten op te waarderen, zodat je toch een duurzaam eindresultaat behaalt met bijvoorbeeld lokaal naaldhout. Vergeet niet om naast de natuurlijke duurzaamheidsklasse ook naar andere eigenschappen te kijken die voor jouw toepassing van belang zijn, zoals slijtvastheid en eventuele brandwerendheidseisen. Met de juiste houtkeuze en toepassing zal je houten constructie langer meegaan en veilig zijn, zodat je er met een gerust hart jarenlang van kunt genieten.